Wennen bij de dagopvang
Ieder kind heeft een periode nodig om te wennen en doet dit op zijn eigen manier. Bij het ene kind kan de wenperiode langer duren dan bij het andere kind. De medewerkers spelen zoveel mogelijk hierop in, zodat het kind zich veilig en geborgen voelt. Na ieder bezoek wordt met de ouders overlegd hoe de dag is verlopen.
Om een kindje goed te laten wennen is de regel dat kinderen tot 1 jaar minimaal twee contactmomenten per week hebben. Dit om ervoor te zorgen dat er niet teveel tijd zit tussen twee contactmomenten, waardoor het kindje telkens opnieuw een wenproces moet aangaan. Na 1 jaar is één contactmoment per week voldoende.
Wennen bij de BSO
Wanneer kinderen de basisschool bezoeken kunnen ze bij Wee-Play de buitenschoolse opvang instromen. Voordat er gestart wordt bij de buitenschoolse opvang, komt het kind een keer op bezoek met zijn ouder(s) om te kijken in de ruimte en al kennis te maken met groepsgenoten. Tijdens dit bezoek vindt tevens het intake -gesprek plaats. Op de eerste dag dat het kind komt, wordt aan de docent gevraagd om het kind de eerste dag naar de ophaalplek te begeleiden.
Hier wordt het kind opgehaald en er wordt verteld wat er verder gedaan wordt. In de groepsruimte wordt gekeken naar de behoefte van het kind en wordt hierop ingespeeld. Zo vind het ene kind het fijn om naast de pedagogisch medewerker te zitten, terwijl een ander kind juist liever bij een klasgenootje zit. Door het kind toe te lichten hoe het programma verloopt, wat de regels zijn en op vragen van het kind in te gaan, wordt ernaar gestreefd dat het kind zich snel thuis voelt bij de bso.
Wennen voor kinderen die doorstromen naar een volgende groep
Er zijn meerdere groepen bij Wee-Play Kinderopvang. Kinderen zijn geplaatst in één stamgroep waar ze worden opgevangen. Wanneer kinderen als baby bij Wee-Play komen starten ze in de babygroep (0-2 jaar), waarna ze doorstromen naar de peutergroep (2-4 jaar). Op onze locatie in Echt hebben we nog een tussengroep voor kinderen in de leeftijd van 1 jaar en 9 maanden tot 2 en een half jaar. Wanneer kinderen naar de basisschool gaan kunnen ze bij Wee-Play de buitenschoolse opvang bezoeken.
Kinderen stromen door wanneer:
- ze de leeftijd hebben om naar een andere groep door te stromen;
- ze er eerder aan toe zijn om in de volgende groep te gaan spelen.
Als de pedagogisch medewerkers vinden dat een kind eraan toe is om over te gaan naar de andere groep wordt dit besproken met de ouders. Wanneer de ouders ermee akkoord zijn, dan gaat het kind oefenen in de volgende groep. Het kind wordt door de ouders naar de oude groep gebracht. De pedagogisch medewerker van de oude groep brengt het kind op de afgesproken tijden naar de nieuwe groep.
Kinderen gaan op een dag één dagdeel oefenen. Er gaan maximaal 2 kinderen oefenen op één dag.
De pedagogisch medewerker van de oude groep komt het kind ook weer ophalen na de afgesproken tijd te zijn gaan wennen. Wanneer het kind eerder behoefte heeft om terug te gaan naar de oude groep dan kan dit.
Indien het wennen goed loopt, dan wordt met ouders afgestemd of een 2e wenmoment van belang is, of dat het kind klaar is om door te stromen naar de nieuwe groep. Zijn plekje in de oude groep vervalt en de ouders zullen het kind zelf naar bij de nieuwe groep brengen en ophalen.
Wanneer het kind naar de basisschool gaat, stroomt het kind door naar de buitenschoolse opvang. Er is intern een overdracht geweest en ook is er een intake met de ouders over de behoefte en gewoonte van het kind. Tijdens de intake heeft het kind de eerste kennismaking gehad met zijn groepsgenoten. Op de eerste dag van het kind wordt er gekeken naar de behoefte van het kind om goed te kunnen wennen.
Zo kan het kind het prettig vinden om naast de pedagogisch medewerker te zitten, maar het kan ook zo zijn dat het kind een bezoekje brengt aan zijn oude groep.
Er wordt gehoor gegeven aan de behoefte van het kind zodat het kind zich snel thuis voelt in de bso-groep.